SITUATIONEEL BEGELEIDEN

De basis van onze begeleidingsmethodiek ‘situationeel begeleiden’ is gericht op motivatie en competenties van cliënten en hoe die op elkaar zijn afgestemd. Oftewel: wat kan en wil iemand.

Dit wordt door cliënten als zeer helder ervaren en levert goede resultaten op.

Je geeft op deze manier je cliënten geen onmogelijke doelen, maar ze kunnen wel behalen wat ze graag willen.

De motivatie gaat in de begeleidingsmethodiek over zelfvertrouwen en toewijding,

en de begeleiding die ze krijgen in het behalen van doelen.

De competentie gaat over dingen die ze al weten en begrijpen, ervaringen die ze al hebben opgedaan, en de vaardigheden die ze daar van geleerd hebben.

Afhankelijk van de situatie en de aan- of afwezigheid van competenties en vaardigheden, kiest de begeleider een benadering die bij de cliënt en diens situatie past. Hierbij staan de wensen en de behoefte van de cliënt centraal.

Deze methodiek is in principe inzetbaar voor elke cliënt op het autisme spectrum, gezien vrijwel elke clïent al wel iets kan en wat wil bereiken, en er altijd wel wat overlap is in die twee.

 

TEACCH

TEACCH staat voor “Treatment and Education of Autistic and related Communication handicapped Children”, en is specifiek voor ASS stoornissen. De methodiek is opgebouwd in zes stappen, waarvan de 1e: het introduceren, het vertrouwd raken met de thematiek van autisme, de kern vormt. De 6 stappen zijn:

1. Wat autisme is en het vertrouwd raken met een werkelijkheid die eigenlijk niet invoelbaar is

2. Het concreet en duidelijk vaststellen wat bij dit ene kind (dus verbijzondering) aan mogelijkheden zichtbaar zijn

3. Het realiseren van aansluitende (dag)schema’s, ritmes, ordening/structuur voor dit ene kind

4. De ondersteuners duidelijk maken wat ze aan kunnen treffen en hoe daar mee om te gaan, ook hier weer aansluitend bij de leefwereld van dit kind

5. Het concreet structureren van afspraken, verantwoordelijkheden, praktische taken, (werk)schema’s en rollen

6. Het gebruik maken van de bijzondere interessen van de cliënten zelf.

Centraal is de gedachte dat voor elke persoon met ASS-problematiek een afzonderlijke ondersteuningswijze kan worden gevonden, zonder de betrokkene vast te leggen in kant-en-klare structuren en (picto-)systemen.

Deze methodiek is vooral inzetbaar voor kinderen met een ASS stoornis.