MCDD
Kenmerken
Stoornissen in het reguleren van de emoties:
- Een in het oog lopend kenmerk is dat een beetje woede al gauw razernij kan worden. Dit geldt ook voor een beetje bang zijn; dat wordt al gauw echte paniek. Ze raken overspoeld door hun gevoelens en voor anderen lijken hun reacties buiten proporties.
- Kinderen met MCDD kunnen veel last hebben van intense spanningen en voortdurend bang zijn.
- Ze hebben soms angst voor ongebruikelijke situaties of voorwerpen. Dit kan zodanig erg zijn dat je kunt spreken van een fobie.
- Deze kinderen kunnen last hebben van paniekaanvallen of ‘overspoeld worden door primitieve angsten’
- Op sommige momenten of zelfs voor langere periodes kan er sprake zijn van gedragsmatige terugval met driftbuien of primitieve woedeaanvallen.
- Deze kinderen vertonen soms stemmingswisselingen zonder duidelijk zichtbare oorzaak.
- Ze hebben ook een lage frustratie tolerantie: ze zijn vaak snel geprikkeld, snel boos.
Stoornissen in de gevoeligheid voor sociale signalen en stoornissen in het sociale gedrag:
- Kinderen met MCDD vertonen soms sociale desinteresse en vermijden sociale contacten.
- Soms zoeken ze wel contact, maar hebben moeite de sociale verhoudingen te doorzien.
- Vreemd genoeg kunnen deze kinderen ook op een grenzeloze manier contact zoeken. Dit ondanks het feit dat ze wel sociale vaardigheden hebben aangeleerd.
- Deze kinderen hebben vaak geen diepgaande, langere relaties met leeftijdgenoten.
- Met de ouders en andere volwassenen hebben ze vaak een soort haat-liefde relatie,die het ene moment redelijk goed lijkt en het volgende moment zeer slecht.
- Kinderen met MCDD kunnen zich moeilijk verplaatsen in de gedachten en gevoelens van anderen. Zij hebben een zeer gebrekkige TOM (Theory Of Mind) en een gebrekkig empathisch vermogen.
Stoornissen van het denken:
- Deze kinderen hebben moeite met het scheiden van fantasie en realiteit. Ze kunnen geheel opgaan in hun fantasieën. Als ze in een fantasie zitten, zijn ze daar soms moeilijk uit te krijgen. Ze vertonen soms kenmerken van megalomanie (grootheidswaanzin) en paranoia (extreme achterdocht).
- Ze raken makkelijk verward en hebben dan moeite met het begrijpen van wat er om hen heen gebeurt.
- Deze kinderen zijn vaak (extreem) angstig. De angst kan makkelijk doorschieten naar paniek.
- MCDD is het ene moment niets durven vanwege angst en het andere moment te ver over de grens gaan vanwege overprikkeling.
- Ze kunnen geloven in fantasiefiguren of denkbeeldige vriendjes.
- Soms hebben ze een onlogische gedachtengang of plotselinge, onnavolgbare gedachtesprongen waardoor anderen vinden dat ze van de hak op de tak springen.
- In de puberteit bestaat het gevaar van een psychose.
Beperkingen
- Vaak hebben deze kinderen een gebrekkige, houterige motoriek. Dit geldt voor zowel de fijne motoriek als de grove. Ze hebben moeite met netjes schrijven of goed tekenen, maar ook met rennen.
- Doordat ze prikkels niet goed selecteren/verwerken hebben ze soms moeite hun aandacht bij de les te houden. De Centrale coherentie theorie en de executieve functie theorie gelden ook voor kinderen met MCDD.
- Deze kinderen hebben moeite om hun plannen bij te stellen als iemand anders dat nodig vindt. Met je feedback doen ze niet veel.
- Ze kunnen zichzelf moeilijk begrenzen en schieten soms door in fantasie, gevoel en in hun denken.
- Deze kinderen kunnen wat trager reageren dan andere kinderen. Net als kinderen met autisme hebben ze puzzeltijd nodig.
- Opvallend is verder dat het moeilijk in is te schatten wat ze wel en niet kunnen. Ze kunnen iets de ene keer wel en de andere keer niet.
- Een disharmonisch intelligentie profiel komt vaak voor.
Begeleiding
gezonde kanten van het kind stimuleren door het aanleren van doeltreffende sociale vaardigheden en opbouwen van een positief zelfbeeld. Essentieel is een goede voorlichting van kind en omgeving over de stoornis. De meer specifieke behandeling speelt zich bij MCDD (en PDD-NOS) tenminste af op meerdere niveaus:
- de aanpassing van de omgeving
- veranderingen van het individu doormiddel van cognitieve gedragstherapie
- medicatie.
De aangepaste omgeving, moet een omgeving zijn waarin vooral emotionele veiligheid en overzichtelijkheid gewaarborgd wordt. Veduidelijking en begrenzing zijn daarbij de leidende principes
Bij gedragstherapie leert het kind stap voor stap iets over de oorzaak en de gevolgen van het eigen en andermans gedrag. Toetsing van ideeën aan de realiteit, passend gedrag aanleren voor bepaalde situaties. In de gedragstherapie wordt gewerkt aan de hand van schema's die betrekking hebben op oorzaak en gevolgen van gedrag. Ook de gedachten over de gebeurtenis worden verwerkt.
Medicatie wordt voorgeschreven door kinder en jeugdpsychiater.
Maak jouw eigen website met JouwWeb